
Eerder deze maand deed ik mee aan de blogtour met het debuut van Britt Zwijnenberg: Overleefd. De recensie is hier te lezen! Nu mag ik haar interviewen. Ze verteld over 1521, ondezoek en schrijftips!
- Je hebt hebt 1521 realistisch neergezet! Hoe kwam je op het idee voor dit jaartal?
Ik ben heel blij dat je vond dat het realistisch was, dat is super leuk om te horen 😀 Ik kwam op het idee omdat ik graag een boek over de pest wilde schrijven in de late middeleeuwen. (Technisch gezien valt 1521 al net buiten de middeleeuwen zelfs) Dus ik ben in eerste instantie research gaan doen naar wanneer er pestuitbraken in Nederland hebben plaatsgevonden. En wat bleek? Eén van
die keren was in 1521, dus vandaar dit jaartal.
En heb je veel onderzoek moeten doen over 1521?
Ik heb heel veel onderzoek gedaan naar de late middeleeuwen en de periode net daarna. Hoe leefden mensen? Hoe dachten mensen? Hoe gingen mannen en vrouwen met elkaar om? Wat waren belangrijke factoren in het leven van mensen? Hoe zag de maatschappij eruit? En natuurlijk, hoe gingen ze om met medische zaken? Hierin was 1521 dus een specifiek jaartal, in verband met de pestuitbraak. Dus ja, ik heb op best veel vlakken geprobeerd research te doen voor mijn verhaal en de tijdsperiode. Ik hoop dat ik daardoor een beetje de sfeer van die tijd heb kunnen creëren zonder enorme lappen informatie te geven.
Hoe ben je bij je uitgever terecht gekomen?
Een uitgever vinden voor Overleefd was best lastig. Ik ben jaren geleden begonnen met Overleefd omdat dat simpelweg een verhaal was dat ik graag wilde schrijven en daar sta ik nog steeds achter. Alleen bleek tijdens het zoeken naar een uitgever dat ik het mij niet bepaald makkelijk had gemaakt. Historische fictie komt wel steeds meer op, maar het blijft nog een relatief klein genre. Daarnaast viel
ik met de leeftijdscategorie voor dit boek eigenlijk tussen jeugd en YA in. Dit boek heeft zeker aspecten van een jeugdboek, maar het heeft ook zeker aspecten van een YA boek. Ik kreeg vaak terug dat ik goed kon schrijven, dat het verhaal best interessant was, maar dat ik iets had geschreven dat totaal niet te marketen was. Het is niet écht jeugd en het is ook niet écht YA. Toen ik op het punt was beland dat ik de zoektocht bijna wilde opgeven, kreeg ik een positief antwoord van Ambi terug. Gelukkig wilden zij een boek dat niet extreem goed te marketen is wel een
kans geven. Daar ben ik echt ontzettend dankbaar voor.
Lees je zelf ook boeken over de zestiende eeuw?
Ik lees veel historische boeken over allerlei verschillende tijden. Van de Grieken en Romeinen tot de prehistorie tot de tweede wereldoorlog en alles daar tussenin. Toevallig heb ik laatst Bloedjuweel van Lotte van den Noort nog gelezen en volgens mij spelen sommige boeken van Rob Ruggenberg en Simone van der Vlugt zich daar ook af. Pin me daar trouwens niet op vast, dat doe ik even uit mijn
hoofd. Dus ja, ik lees graag over verschillende tijdsperiodes en ik denk dat ik uit de meeste tijdsperioden wel een of meerdere boeken heb gelezen.
Heb je een favoriete personage uit het boek?
Catrijn. Absoluut Catrijn. Ik vond haar zo’n interessant personage om te schrijven. Ze denkt en doet net even anders dan de andere mensen in haar tijd. Het probleem met de middeleeuwen is alleen dat dat absoluut niet werd gewaardeerd, om het voorzichtig te zeggen. Door simpelweg anders te zijn dan gemiddeld kan haar leven zomaar opeens op het spel staan. Maar ze is juist zoveel meer dan
hoe veel anderen haar zien. En ja, dat vond ik ontzettend interessant om te schrijven.
Wat vindt je het leukste gedeelte van het schrijven? De eerste versie of de versies die daarna
komen?
Ik houd van eerste versies. Dat is het moment waarop alles nog kan, waarop alles nog mag en waarop ik me nog niet druk hoef te maken. Bijvoorbeeld over personages die wel of niet goed genoeg uitgewerkt zijn, over plotholes die er misschien in zitten, over zinnen die wel of niet goed lopen en al dat soort dingen. Dat is het mooie aan een eerste versie. Die is altijd goed, want het enige
wat die hoeft te doen, is bestaan. En sinds ik die mentaliteit een beetje heb gekregen (soms blijft het lastig), ben ik nog meer gaan houden van eerste versies en de vrijheid die dat geeft. En ik ben een echte pantser, dus ik plan mijn verhalen niet of nauwelijks vooraf. Ik houd er echt van om het verhaal en de personages tijdens de eerste versie zelf nog helemaal te ontdekken.
Welke schrijftip zou jij aan anderen willen geven?
Ik denk dat het goed is om in eerste instantie gewoon lekker te gaan schrijven zonder je druk te maken over hoe het wel of niet zou moeten. Leer wat je leuk vindt, wat je interessant vindt, wat je prikkelt. Schrijf gewoon. Veel mensen komen niet door hun eerste versie heen, omdat ze zich ontzettend druk maken dat die die versie perfect moet zijn. En tegen alle mensen die dat voelen wil ik zeggen: die versie is niet perfect en dat hoeft die niet te zijn. Dat is oké. Geen enkele eerste versie is perfect. Tijdens het herschrijven kan je nog zoveel veranderen en aanpassen. Dan kan je je druk gaan maken over de gaten die misschien nog in je plot zitten, over personages die nog meer diepgang moeten hebben en over alle schrijfregels die er bestaan. Dat is echt iets voor later, je hebt nog tijd genoeg om
het aan te passen. Misschien herschrijf je een verhaal wel drie keer, of vijf keer, of tien keer. Zorg eerst dat die eerste versie er staat en maak je vooral niet druk. De eerste versie hoeft echt niet perfect te zijn, dat beloof ik.
Dit was het interview met Britt van Zwijnenberg.